Artikel 1. Doelstelling

Stichting Aequorfonds is een Stimuleringsfonds. Het Aequorfonds verstrekt, in overeenstemming met zijn statuten ( artikel 3 lid 1) en overeenkomstig de bepalingen vastgesteld in de wet en het onderhavige reglement, subsidies voor de uitvoering van projecten die:
De aansluiting van beroepsonderwijs op de sectoren in het groene bedrijfsleven bevorderen en stimuleren. Waardoor het vakmanschap in de ruimste zin kan worden afgestemd op ontwikkelingen in en de behoeften van het bedrijfsleven voor de sectoren: Voedsel, Groen en Leefomgeving. Alsmede al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen

In dit reglement en deelregelingen wordt verstaan onder:
Adviesorgaan: een door het Bestuur ingestelde adviescommissie of benoemde adviseur.
Voedsel, Groen en Leefomgeving; de sectoren: plantenteelt, veehouderij, voedingsindustrie, de dierverzorgende en veterinaire sector, dienstverlenende bedrijven in de groenvoorziening en natuurlijk omgeving, recreatiebedrijven, paardenhouderij en paardensport, bloemen – en tuincentrumbranche, bosbouw, cultuur- en milieutechniek/landinrichting en natuurbeheer,
Bestuur: het bestuur van Stichting Aequorfonds zoals bedoeld in artikel 1 van de statuten.
Cofinanciering: bijdragen van derden, waaronder bijdragen van private partijen bijvoorbeeld in de vorm van deelname of sponsoring en bijdragen van publieke partijen zoals rijk, provincie, gemeente of publieke fondsen.
Project: het geheel van werkzaamheden/ activiteiten en direct daaraan gerelateerde kosten ten behoeve van een incidentele, concreet omschreven activiteit die zich afspeelt binnen een van te voren aangegeven periode van maximaal 24 maanden.
Aanvrager: De rechtspersoon die optreedt als penvoerder en begunstigde en namens de deelnemers aan het project de aanvraag tot subsidie verlening indient en aan wie subsidie- en voorschotbetalingen worden verricht. Aanvrager is verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de besteding en verantwoording van de subsidie.
Beschikking: een besluit van het bestuur op een subsidie aanvraag

Artikel 3. Toepasselijkheid Subsidiereglement

1. De bepalingen in dit reglement zijn van toepassing op het aanvragen, beoordelen, verlenen en vaststellen van een subsidie voor een project bij het Aequorfonds. Dit reglement geldt naast de statuten, de reglementen die zijn vastgesteld voor het Bestuur en de Algemene Wet Bestuursrecht en, indien van toepassing, deelregelingen.
2. Een subsidie wordt altijd verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden bij het Aequorfonds beschikbaar zijn.
3. Het Bestuur kan, ten aanzien van de volgorde van de beoordeling en de verlening van een subsidie, voorrang verlenen aan een bepaalde aanvraag in verband met:
a. het beschikbare budget van het Stimuleringsfonds;
b. door het Bestuur bedoelde prioriteiten
c. een naar het oordeel van het bestuur evenwichtige verdeling van de subsidies over sectoren;

Artikel 4. Subsidie

Het Aequorfonds hanteert algemene criteria voor toekenning van subsidies. Deze gelden voor álle subsidieaanvragen. Ze hebben het karakter van voorwaarden vooraf. Voldoet uw aanvraag hieraan, dan nemen we deze vervolgens inhoudelijk in behandeling.

Algemene criteria
Het projectdoel dient te passen bij onze algemene doelstellingen;
Het bevorderen en stimuleren van de aansluiting van beroepsonderwijs op de sectoren in het groene bedrijfsleven, waardoor het vakmanschap in de ruimste zin kan worden afgestemd op ontwikkelingen in en de behoeften van het bedrijfsleven voor de sectoren Voedsel, Groen en Leefomgeving. Alsmede al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn”.

De subsidie wordt slechts verleend indien en voor zover voldaan wordt aan de vigerende nationale en Europese wet- en regelgeving.

Alleen projecten van private rechtspersonen zoals bedrijven, stichtingen en verenigingen ondersteunen we. Dus geen projecten van individuen. Door de overheid gefinancierde instellingen kunnen niet als aanvrager optreden. Maar kan wel als deelnemer in een samenwerkingsverband uitvoerder van een project zijn. Dus aanvragen van een groep bedrijven, bij voorkeur ondersteund door branche verenigingen of het georganiseerde bedrijfsleven en in samenwerking met beroepsonderwijs zijn welkom. (Het penvoerderschap dient altijd bij het bedrijfsleven te liggen.) Voor het verkrijgen van een subsidie van het Stimuleringsfonds moet de aanvrager staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Het initiatief dient aan te sluiten bij ontwikkelingen in de regio, beroepsgroep en/of het “georganiseerde bedrijfsleven.”

Het project heeft een duidelijk begin en einde. Dat wil zeggen dat er een vaste begin- en einddatum is, een bepaalde doorlooptijd, een concreet resultaat. (zoals een bepaald aantal gebruikers -of bezoekersaantal en dergelijke.)
Het project dient concreet en SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden) geformuleerd te zijn. Er wordt gekozen voor projecten die met een concreet resultaat bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van het fonds. Initiatieven die wel in de ‘sfeer’ liggen van deze doelstellingen, maar niet direct en concreet helpen bij het realiseren ervan, komen niet voor een subsidie in aanmerking. Voorbeelden van indirecte initiatieven zijn: onderzoek, professionalisering, (business)planontwikkeling, fondsenwerving, methodiekontwikkeling, debatten en discussies, fora en platforms, beleidsontwikkeling en agendasetting.

De hoogte van de aanvraag in relatie tot de omvang van de sector.
Het bestuur houdt zoveel mogelijk rekening met een evenwichtige verdeling van subsidies over de verschillende sectoren.

Het project dient naar het oordeel van het bestuur voldoende aan te sluiten bij een of meer van de volgende doelstellingen:
a innovatief: het project is een toevoeging op de bestaande praktijk of theorie of stimuleert door zijn uitzonderlijke, voorbeeld stellende kwaliteit of karakter naar verwachting nieuwe ontwikkelingen in de terreinen, die binnen de werkingssfeer van het Stimuleringsfonds vallen;
b kennisverdieping: het project draagt bij aan de kennisontwikkeling in de terreinen, die binnen de werkingssfeer van het Stimuleringsfonds vallen

Als uw aanvraag aan de algemene criteria voldoet en er wordt overgegaan tot behandeling, dan wordt het projectvoorstel vervolgens verder inhoudelijk getoetst aan ons subsidiebeleid.

Voorwaarden voor subsidie verlening:
De subsidie wordt slechts dan verleend indien wordt voldaan aan de in dit reglement gestelde voorwaarden;
a de financieringsnoodzaak, de behoefte aan subsidie dient naar het oordeel van het bestuur voldoende te worden aangetoond;
b de aanvrager dient een zodanige werkwijze toe te passen dat redelijkerwijs mag worden verwacht dat de door de aanvrager gestelde doeleinden zullen worden bereikt;
c. de projectvoering en verantwoording dient op een deugdelijke en verantwoorde wijze georganiseerd te zijn;
d. de aanvrager dient niet eerder toerekenbaar tekortgeschoten te zijn in de nakoming van de subsidieverplichtingen van een project waaraan het Aequorfonds een eerdere subsidie heeft verleend;
e. Het bestuur van het Aequorfonds is ervan overtuigd dat het project voldoet aan de in artikel 1 van dit reglement opgenomen doelstelling;
f. De aanvrager heeft aannemelijk gemaakt dat de voor het project beschikbare financiële middelen, met inbegrip van het subsidie van het Aequorfonds en eventuele eigen inkomsten uit entreegelden, sponsoring of anderszins, voldoende zijn om het project in overeenstemming met de in dit reglement opgenomen voorwaarden uit te voeren;
g. Het resultaat en de ervaringen dienen publiek gemaakt te worden;
h. Het gaat bij voorkeur om ‘doe-projecten’, in de overtuiging dat van deze projecten een voorbeeldwerking uitgaat;
i. Een bijdrage is eenmalig. Per project is maximaal € 100.000,- als bijdrage beschikbaar. De bijdrage is nooit meer dan 40% van de totale investering van het project. De aanvragende partij brengt het grootste deel van de kosten zelf bijeen en/of verwerft deze via andere fondsen. Het totaal van de aangevraagde subsidie en de eventuele andere subsidies voor het project , kan niet meer bedragen dan 100% van de kosten van het project;
j. Directe en indirecte kosten. Indirecte kosten mogen maximaal 20% van de totale projectkosten zijn. Binnen deze bandbreedte kan de subsidie worden verleend voor alle kosten die voortkomen uit de uitvoering van het project. Vergoeding van deze kosten vindt plaats naar rato van het vergoedingen niveau dat naar oordeel van het bestuur voor dergelijke kosten gebruikelijk is, dan wel als redelijk en billijk wordt aangemerkt. Derhalve dient in de aanvraag de kosten per uur per activiteit te worden begroot.(Er gelden maximum uurtarieven voor loonkosten van verschillende schaalgroepen. Vanaf 2016 gelden de volgende maxima (incl. BTW);
– schaal 1-9; € 60,-,
– schaal 10-12 € 75,-,
– schaal 13-18 € 98,-;
k. De subsidie wordt alleen verleend indien en voor zover de activiteiten vermeld staan in het projectplan van de aanvrager.
l. Aanvragen moeten in de Nederlandse taal zijn gesteld.
m. Het fonds verleent alleen een bijdrage aan activiteiten / projecten die tijdens de aanvraag of behandeling door het Aequorfonds nog niet zijn gestart.

Artikel 5. Aanvraagprocedure

5.1 Het Bestuur stelt jaarlijks een activiteitenplan vast met daarin informatie over de
mogelijkheden tot het aanvragen van een subsidie. Het plan bevat in elk geval de inzendtermijnen en de eisen waaraan een aanvraag voor een subsidie dient te voldoen.
5.2 Het activiteitenplan wordt aansluitend openbaar gemaakt, ten minste door vermelding op de website.
5.3 Het Bestuur neemt binnen 13 weken na de bepaalde inzendtermijn een besluit. Indien de gestelde termijn niet wordt gehaald, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
5.4 Met de uitvoering van een (project) voorstel kan niet eerder dan de datum waarop het Bestuur besluit worden aangevangen.
5.5 Voor het indienen van een aanvraag stelt het Bestuur een aanvraagformulier vast en maakt dat bekend op haar website. Dit formulier dient volledig te worden ingevuld overeenkomstig de richtlijnen die in de toelichting staan omschreven.

Artikel 6. Bijzondere aanvraagprocedure: Open Call

De aanvraagprocedure kan ten behoeve van het ontwikkelen van een uitgewerkt projectvoorstel de vorm krijgen van een zogeheten Open Call. Alsdan maakt het Bestuur een oproep openbaar waarin het doel van de oproep, het te verlenen bedrag en de te volgen procedure zijn opgenomen. De Open Call wordt minimaal vier weken voor de vastgestelde sluitingsdatum openbaar gemaakt, ten minste door vermelding op de website.

Artikel 7. Weigeringsgronden. Subsidies worden niet verleend aan of voor:

a. Instellingen die een structurele subsidierelatie hebben met de rijksoverheid; overheden, overheidsinstellingen of structureel geheel of vrijwel geheel door een overheid gesubsidieerde instellingen, evenmin als individuen, particuliere vermogensfondsen en commerciële instellingen. (opmerking; Voor de SBBI/ANBI status van het Aequorfonds is het van belang dat er geen door de overheid gefinancierde instellingen worden bekostigd door het stimuleringsfonds. Een school kan dus nooit alleen een subsidie toegekend krijgen. (Maar kan wel als deelnemer in een samenwerkingsverband uitvoerder van een project zijn.);
b. projecten waarbij geen sprake is van een Nederlands belang;
c. projecten die een reprise of een herdruk betreffen;
d. seriële productie;
e. projecten die plaatsvinden in het kader van opdracht vanuit studie of opleiding. Er worden geen subsidies verleend aan projecten die een promotie- of studieonderzoek beslaan;
f. projecten waarbij naar het oordeel van het bestuur geen sprake is van een redelijke cofinanciering ten opzichte van de opzet van het project;
g. Er worden geen bijdragen verstrekt in exploitatie kosten, niet-projectgebonden salariskosten, kosten van levensonderhoud en kosten verbonden aan de normale activiteiten van een organisatie;
h. Het fonds verleent geen bijdragen aan activiteiten en projecten waarvan bij de aanvraag bekend is dat zij een eenmalig karakter hebben (bijvoorbeeld een congres of bijeenkomst). Langdurige projecten zijn projecten waarbij mensen gestimuleerd worden om in actie te komen en gericht is op meerjarig gebruik;
I. Het fonds verleent geen bijdrage aan activiteiten met een politiek of religieus karakter;
k. reguliere onderwijsprogramma’s en aanverwante activiteiten van onderwijsinstellingen, die door de overheid reeds gefinancierd worden;
l. aan instellingen voor hbo en universiteiten dan wel aan deze gelieerde organisaties verricht onderzoek;
m. studiereizen;
n. educatie. (Er worden geen reguliere opleidingen van studenten en werknemers vergoed.);
o. exploitatietekorten;
p. haalbaarheidsonderzoeken;
q. arbeidskosten voor medewerkers van rijks-, provinciale en gemeentelijke instellingen;
r. het verwerven van eigendommen; (dus ook geen afschrijvingskosten.)
s. bouw- en restauratiekosten inrichtings-, restauratie- en verbouwingsplannen;
t. projecten met een looptijd langer dan 24 maanden;
u. Project startsubsidie voor het ontwikkelen van een uitgebreid projectvoorstel ten behoeve van een concreet project voor een latere subsidieaanvraag;
v. Een aanvraag wordt niet in behandeling genomen als de uitvoering van de beoogde activiteiten – blijkens de aanvraag – niet binnen zes maanden na het besluit van het Bestuur wordt aan gevangen;
w. Indien een aanvrager na een geheel of gedeeltelijk afwijzend besluit door het Bestuur binnen twaalf maanden na dat besluit een nieuwe aanvraag indient voor hetzelfde project, wordt deze aanvraag zonder nader onderzoek of advies afgewezen, tenzij gewijzigde omstandigheden of nieuwe feiten worden vermeld;
x. Het Bestuur kan besluiten een aanvraag zonder nader onderzoek of advies af te wijzen wanneer over een voorafgaand project van dezelfde aanvrager, waarvoor het Stimuleringsfonds een subsidie heeft verleend, niet binnen de gestelde termijn of niet naar genoegen van het Bestuur verantwoording is afgelegd;

Artikel 8. Inhoud aanvraag

De aanvraag wordt door de aanvrager of een rechtsgeldige vertegenwoordiger van de aanvrager ondertekend en bevat tenminste de volgende informatie:
a. datum aanvraag, naam, adres en woonplaats van de aanvrager, alsmede diens betaalgegevens en, in geval van een rechtspersoon, opgave van de rechtsvorm;
b. een naar het oordeel van het bestuur toereikende omschrijving van het doel en het belang van het project, die het mogelijk maakt te beoordelen of het aansluit bij de criteria en doelstellingen van het Stimuleringsfonds zoals geformuleerd in artikel 1 en 9 van dit reglement;
c. vermelding van de hoogte van de verlangde subsidie;
d. een naar het oordeel van het bestuur toereikende beschrijving van het project waarvoor deze subsidie wordt aangevraagd. In die beschrijving moet worden vermeld wat de doelstelling van het project is; waar, wanneer, door wie en hoe het project wordt uitgevoerd en voor wie het project bestemd is ( beschrijving doelgroep). Vermeld hoe de samenwerking met het beroepsonderwijs en bedrijfsleven is georganiseerd en geborgd. Bij voorkeur vertegenwoordigd de aanvrager een groep bedrijven of is het bedrijfsleven anderzins actief betrokken. Vermeld dient daarom te worden welke deelnemers, bedrijven, c.q. branches zijn betrokken bij het project en hoe deze betrokkenheid en samenwerking met scholen wordt vormgegeven en geborgd. Welke investering wordt door betrokkenen gedaan, in tijd en/of geld). De aanvraag bestaat uit een volledig ingevuld aanvraagformulier, voorzien van een (project)plan. De aanvraag geeft tevens inzicht in hoe en wanneer vervolginformatie zal worden gegeven over voortgang, afronding en evaluatie;
e. een communicatiestrategie, waarin duidelijk gemaakt op welk publiek de bekendmaking van de resultaten gericht is en op welke wijze deze plaats vindt;
f. een naar het oordeel van het bestuur voldoende gespecificeerde, eenduidige en realistische begroting van het project, bestaande uit een duidelijk overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven en dekkingsplan;
g. een opgave van aanvragen die bij derden zijn ingediend voor een subsidie, bijdrage, sponsoring of vergoeding voor hetzelfde project. Daarbij moet worden vermeld wat de stand van zaken en planning is met betrekking tot de beoordeling van en besluitvorming over die betreffende aanvragen;
h. een kopie van de voor de aanvrager geldende statuten en een uittreksel uit het handelsregister dat niet ouder is dan twaalf maanden;
i. het in de toelichting bij het formulier voorgeschreven documentatie- en informatiemateriaal, (zoals jaarverslag van het afgelopen jaar of jaren, informatie over de organisatie, doelstelling en visie, samenstelling bestuur, RVT en comité van aanbeveling, informatie over wat de organisatie tot nu toe heeft bereikt, en dergelijke) opdat beoordeeld kan worden of de aanvraag aan de criteria, zoals geformuleerd in het Subsidiereglement voldoet.

Artikel 9. Beoordelingscriteria

Het Bestuur neemt bij zijn besluit tot verlening van een subsidie in elk geval het volgende in overweging:
a.de algemene criteria en de vereisten uit dit reglement, waaronder ook de kwaliteit van de aanvraag/ projectplan;
b. nadere vereisten die betrekking hebben op de uitvoering van het project en die zijn vastgesteld door het Bestuur en eventueel aanvullende vereisten opgenomen in de aanvraagformulieren of in de aankondiging op de website;
c. prioriteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 3;
d. de noodzaak en omvang van de subsidie;
e. de statutaire doelstelling van de aanvrager;
f. het advies ( zie artikel 10) dat naar aanleiding van een aanvraag aan het Bestuur is uitgebracht.

Artikel 10: Advisering

Het Bestuur kan voorafgaand aan haar besluitvorming een aanvraag ter advisering voorleggen aan externe adviseurs.

Artikel 11. Verlening van een subsidie

1. Het bestuursbesluit tot verlening van een subsidie bevat een beknopte weergave van het eventuele
advies, de voorwaarden waaronder het subsidie beschikbaar wordt gesteld, de verplichtingen waaraan de ontvanger zich dient te houden, de maximale hoogte van het subsidie of de wijze waarop deze zal worden bepaald, informatie over de betaalbaarstelling en de bevoorschotting en de datum waarop de activiteiten afgerond dienen te zijn.
2. Het bestuur vergadert hiertoe minimaal 4 keer per jaar.
3. Besluiten over aanvragen worden genomen door het bestuur binnen dertien weken na de bepaalde uiterlijke inzenddatum.
4. Het besluit en alle daaruit voortvloeiende aanspraken vervallen indien het project binnen zes maanden na het besluit tot verlening geen aanvang heeft genomen. Hiervoor is geen verdere mededeling door het Bestuur vereist.
5. In het verleningsbesluit kan het Bestuur voorbehouden maken en voorschriften en voorwaarden stellen, in elk geval ter zake van de voorbereiding en uitvoering van het project, de presentatie van de resultaten, de wijze van betaalbaarstelling, de verslaglegging en de wijze van financiële -en inhoudelijke verantwoording.
6. Aan het verlenen van een subsidie kunnen door de aanvrager nooit rechten worden ontleend met betrekking tot de honorering van een volgende aanvraag voor een subsidie.
7. Het definitieve subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van de ingediende financiële eindrapportage, zoals bedoeld in artikel 13 en / of 14. Het definitieve subsidie bedrag is niet hoger dan de verleende subsidie, noch hoger dan het bedrag dat volgens de financiële eindrapportage, controleerbaar en in overeenstemming met deze regeling is.
Indien uit de financiële rapportage blijkt dat het project minder heeft gekost dan begroot, wordt het subsidie bedrag verminderd met het bedrag gelijk aan het verschil tussen de begrote en de werkelijke kosten. Indien andere subsidienten naar het oordeel van het bestuur , soortgelijke voorwaarden hebben opgenomen in de subsidie voorwaarden, zal de subsidie naar evenredigheid worden verminderd.

Artikel 12. Voorschotten

Het Bestuur kan ( op verzoek van de aanvrager) een voorschot betaalbaar stellen. In het besluit tot verlening van de subsidie worden de hoogte en het tempo van de bevoorschotting vastgesteld. De verlening van het voorschot geschiedt conform de beschikking tot subsidieverlening. Het voorschot bedraagt maximaal 80% (in tranches) van de verleende subsidie. De resterende 20%, wordt betaald na de verantwoording. Het bestuur behoud zich het recht voor betaalde voorschotten terug te vorderen. Bijvoorbeeld indien de voorschotten het definitieve subsidiebedrag overschrijden, wordt het verschil teruggevorderd. Indien het project om welke reden dan ook niet doorgaat, wordt geen financiële steun verleend. Reeds uitgekeerde bedragen dienen dat te worden terugbetaald. Zoals ook bij, naar het oordeel van het bestuur, het ontbreken van een tijdige, deugdelijke inhoudelijke en financiële eindverantwoording.

Artikel 13. Verplichtingen van de ontvanger van een subsidie

1 De subsidie ontvanger dient in alle publieke uitingen het Aequorfonds te vermelden
als subsidieverstrekker. In publicaties en verslagen, op uitnodigingen aankondigingen, websites en audiovisuele producties dient het logo van het Aequorfonds te worden opgenomen. Wanneer een subsidie ontvanger logo’s opneemt van commerciële sponsors dient ook het logo van het Aequorfonds te worden gebruikt.
2 De subsidie ontvanger garandeert het Bestuur dat het project op doelmatige en financieel verantwoorde wijze wordt uitgevoerd. In dat kader voert de ontvanger een goed beleid en beheer, gebruikt hij de subsidie op efficiënte wijze voor het doel waarvoor ze is verleend en leeft hij alle verplichtingen na die door het Bestuur zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.
3 De subsidieontvanger doet onverwijld een melding bij het Bestuur van feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverstrekking. Bij de melding worden de stukken overgelegd die betrekking hebben op de gemelde feiten en omstandigheden en wordt de oorzaak van de gemelde feiten en omstandigheden toegelicht.
4. De subsidieontvanger draagt tijdens en na afloop van het programma of project, zorg voor brede bekendheid, bruikbaarheid en beschikbaarheid van de resultaten, waaronder in ieder geval informatieverstrekking en verspreiding van de plannen, tussenrapportages en resultaten via de website van het Aequorfonds en eigen communicatie activiteiten; Opbrengst en verslag van het project worden door subsidie ontvanger openbaar gemaakt en zijn beschikbaar voor anderen. Aanvrager werkt actief mee aan verspreiding van deze informatie aan derden, zodat deze ervaringen kunnen dienen als ‘best practice’ voor anderen.

Artikel 14. Verantwoording bij subsidies tot € 10.000

De subsidieontvanger legt rekening en verantwoording af door middel van een activiteiten- en financieel verslag aan dat de activiteiten waarvoor het subsidiebedrag is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan het subsidie zijn verbonden.
1. In de verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten geeft de subsidieontvanger aan:
a dat de activiteiten waarvoor het subsidie is verstrekt zijn verricht, voorzien van een korte toelichting;
b dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;
c wat het totale bedrag van de gerealiseerde subsidiabele kosten is;
d wat, in voorkomend geval, de stand van de egalisatiereserve is;
e wat het totale bedrag van de gerealiseerde opbrengsten, inclusief bijdragen van derden is;
f wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is.
2. Het verslag bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten.
3. De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van de beschrijving van het project.
4. Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in de beschrijving van het project, en de feitelijke realisatie.

Artikel 15. Verantwoording bij subsidies van € 10.000 of meer

Indien het subsidie € 10.000 of meer bedraagt, legt de subsidieontvanger, rekening en verantwoording af , onverminderd het gevraagde in artikel 14, met daarbij een door de accountant gecontroleerde verklaring over de besteding van de subsidie gelden.
1. Het financieel verslag, gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. (zie ook bijlage 1. richtlijnen controle verklaring van de onafhankelijke accountant.)
2. Het Bestuur behoud zich het recht voor om een controle protocol op te stellen. De subsidieontvanger bedingt vervolgens bij de accountant dat deze zijn onderzoek inricht overeenkomstig dit controleprotocol indien dat door het Bestuur is vastgesteld.
3. In de verklaring, bedoeld in het eerste lid, geeft de accountant tevens een oordeel
over de naleving door de subsidieontvanger van de van de in de subsidie overeenkomst/ beschikking vastgelegde voorwaarden. ( en indien van toepassing in het controleprotocol genoemde voorschriften.)

Artikel 16. Vaststelling van de eindafrekening van de subsidie

1. Uiterlijk 13 weken nadat het project is afgerond, moet de aanvraag tot subsidievaststelling zijn ingediend.
2. Het Bestuur kan de ontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.

Artikel 17 Intrekking subsidie verlening

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken dan wel worden teruggevorderd, indien door de aanvrager en/of de uitvoerders niet aan de verplichtingen of voorwaarden genoemd in dit reglement wordt voldaan.

Artikel 18. Bezwaar

Een belanghebbende kan bezwaar maken door een bezwaarschrift in te dienen bij het Bestuur. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan op de dag nadat het besluit bekend is gemaakt.

Artikel 19. Bescherming persoonsgegevens

Het Bestuur verstrekt geen vertrouwelijke informatie over een aanvraag aan derden. Het gaat hier om bedrijfs- en fabricagegegevens die door een aanvrager vertrouwelijk aan het Stimuleringsfonds zijn medegedeeld of om persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene Verordening gegevensbescherming (AVG) die vanaf 25 mei 2018 van toepassing is in plaats van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.

Artikel 19. Termijn

Dit reglement is van toepassing op alle aanvragen die vanaf 1 april 2016 bij het Stimuleringsfonds worden ingediend.

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidiereglement (Stichting) Aequorfonds.

Artikel 22. Slotbepalingen

In alle gevallen waarin de wet, de statuten, dit reglement niet voorzien, beslist het Bestuur. De stichting Aequorfonds.

De heer R. Schilt (bestuurder);
Mevrouw M. Bense (bestuurder);
De heer R. van der Spek (bestuurder);